Oek de Jong: 'Pier en Oceaan'

Gepubliceerd op: 29 oktober 2015 12:58

Volgens Oek de Jong was in de jaren zeventig en tachtig het geloof een onderwerp waar niet over geschreven mag worden. Hij stelt dit in zijn essay Niet werken, niet handelen. Nergens was deze houding zo sterk als in Nederland. Hij verklaart dit vanuit het feit dat ook nergens anders de calvinistische geest zo zwaar drukte als hier. Ook De Jongs eigen jeugd kenmerkt zich door vaste dogma’s. In de jaren zeventig maakte men zich vrij van de cultuur die als benauwend werd ervaren. Maar religie is volgens De Jong ook een kwestie van overgave. Een ware mysticus is in staat het triviale leven te omhelzen.

Pier en Oceean beslaat de periode 1952-1972. Het begint bij de zwangerschap van Dina, Abels moeder. Dina en Lieuwe moeten trouwen. Een schande waarvoor zij zich moeten verantwoorden naar hun ouders en de kerk toe. Dina lijdt daar erg onder en dit zal haar hele leven beïnvloeden. Later komt het perspectief grotendeels bij Abel te liggen. Zijn ouders komen uit een gereformeerd milieu in Amsterdam, Friesland en Zeeland. Abels vader is een man van status. Hij is de rector van het gymnasium waar Abel naar toe gaat. Al snel keert Abel de kerk de rug toe tot grote onvrede van zijn (groot)ouders. We zien hem opgroeien, vrienden maken en zijn seksualiteit ontdekken en zijn roeping: schrijver.

Je zou Pier en Oceean een naturalistische roman kunnen noemen: hoe de hoofdpersoon is, komt voort uit erfelijkheid en milieu. Abel is intelligent als zijn vader, maar heeft ook het teruggetrokkene en melancholieke van zijn moeder. Daarnaast maakt de voorgeschiedenis van zijn ouders hem ook wat hij is. De roman geeft een tijdsbeeld van het veranderende Nederland van de jaren vijftig, zestig en het begin van de jaren zeventig.

Het boek heeft autobiografische kenmerken. Ook De Jong komt uit een calvinistisch milieu en heeft in Friesland en Zeeland gewoond. Zijn vader was staatssecretaris van onderwijs. Ook hij verliest in zijn puberteit het geloof. In Boeken van de VPRO in oktober 2012 verklaart De Jong dat hij geen memoires heeft willen schrijven en ook geen anekdotes, maar een universeel verhaal.

Het boek kan mystiek en spiritueel genoemd worden. De titel verwijst naar een reeks schilderijen die Mondriaan schilderde in Domburg en die zijn overgang naar de abstracte kunst betekenden. Pier en Oceaan staan ook voor het voor het Zeeuwse strand met zijn typische golfbrekers. Het water en de zee zijn belangrijk in het boek.

Ze zijn gevaarlijk en dagen Abel uit. Het is ook de plaats waar hij kan nadenken over zijn leven en zichzelf kan zijn.
In Pier en Oceean is het geloof alom tegenwoordig: in de namen van de hoofdpersonen, in het feit dat Abel overal een schilderij met zich meeneemt: Rust op de vlucht naar Egypte, waarop Maria met kind in een landschap zijn verbeeld en in de rozenkrans die Abel van zijn vriendin krijgt en die zijn talisman wordt. Het boek laat niet alleen een het opgroeien van een individu zien, maar ook het opgroeien van een hele generatie. De bijbel en het geloof zijn daarbij zowel een bron van inspiratie voor velen geweest, maar ook een omgeving waar men zich tegen afzette en probeerde te ontworstelen.

Opmerkelijk vind ik het verschil tussen de innerlijke en de uiterlijke mens. Het lijkt wel of schaamte of angst voor reacties van de buitenwereld de personages gevangen houdt in zichzelf. Abel is ook een heel driftige jongen. Het lijkt alsof er dan een gat in zijn pantser komt. Bij zijn moeder leidt het tot een grote ingekeerdheid, frustratie en depressie.

Het is een heel beeldend boek. Zelf zie ik het mystieke in dit boek vooral in de beschrijvingen en dat vooral in de natuurbeschrijvingen. Hierbij wordt niet verwezen naar hogere machten, maar vooral een beeld opgeroepen. Het maakt dat je telkens weer teruggrijpt naar het boek en terug bladert.

Dit blog is geschreven in het kader van jaarthema The things we do for love.

Hetti Koster, Teamleider participatie
 

Bekijk de themapagina The things we do for love